15 december 2022

Gemeenten, kies een duidelijke rol voor je sociaal ontwikkelbedrijf

De sociaal ontwikkelbedrijven brokkelen steeds verder af. Ondanks vele keuze- en visietrajecten staat de infrastructuur van veel sociaal ontwikkelbedrijven nog steeds onder druk. De uitstroom van de Wsw-medewerkers wordt nu op veel plekken echt voelbaar en de instroom in beschutte werkplekken en garantiebanen blijft nog steeds achter. “Het is hard nodig om (weer!) na te denken over de rol van het sociaal ontwikkelbedrijf. Hoe bieden we inwoners met een beperking en andere groepen in de toekomst een plaats op de arbeidsmarkt? ”, zegt Jaco van Velden, directeur van Iroko.

“Het is belangrijk om een beeld te hebben van de positie van het sociaal ontwikkelbedrijf in de toekomst, zonder de Wsw. Zo voorkom je dat door kortetermijnbeslissingen op financiële basis bepaalde onderdelen worden beëindigd die van grote waarde zijn, bijvoorbeeld als leerwerkplek”, zegt Jaco. “Welke onderdelen van de huidige infrastructuur zijn belangrijk voor het bieden van een beschutte werkplek, of de toeleiding naar werk van inwoners met een uitkering? In welke mate is het bedrijf straks nog werkgever en in welke mate een leerwerkomgeving voor mensen die tijdelijk een leerwerktrajecten doorlopen?”

Toekomst

De sociaal ontwikkelbedrijven zullen in de toekomst steeds meer een andere rol spelen op de arbeidsmarkt. Jaco: “Ik verwacht dat in veel sociaal ontwikkelbedrijven het accent nog verder verschuift naar tijdelijke leerwerkplekken. Daarbij is belangrijk dat deze aansluiten bij de beroepen waar vraag naar is. Denk aan functies en sectoren waarin de sociale werkbedrijven traditioneel sterk zijn, zoals productie, schoonmaak of groen. Denk ook aan kansrijke beroepen als monteurs van zonnepanelen of laadpalen. Daarbij is flexibiliteit nodig, want over vijf jaar kan het weer om andere functies gaan. Het is belangrijk dat gemeenten en sociaal ontwikkelbedrijven zich nu al af te vragen hoe zij die rol kunnen blijven vervullen als de basis van de Wsw er niet meer is. Hoe kan je dan toch, naast een beschutte werkomgeving, ook relevante leerlijnen organiseren? Welke rol speelt het ontwikkelbedrijf daarin en wat is de rol van andere partners, zoals brancheopleiders en werkgevers?”, zegt Jaco.

Mix van doelgroepen

Vorm je daarom ook een goed beeld van de toekomstige mix van doelgroepen in je bedrijf, is het advies van Iroko. Jaco: “Kijk voor welke beschutte werksoorten er toekomst is. En bepaal in welke mate het sociaal ontwikkelbedrijf ook (al dan niet tijdelijk) betaald werk biedt aan inwoners met een indicatie banenafspraak. Het antwoord op deze vragen is zeer bepalend voor de toekomst van de productie- en dienstverlenende activiteiten van het bedrijf. En daarmee voor de breedte van de leerwerkinfrastructuur die straks nog beschikbaar is.”

De tijd dringt

Jaco benadrukt dat de tijd dringt: “Voor je het weet, verdwijnt waardevolle infrastructuur van de sociaal ontwikkelbedrijven, vanwege financiële overwegingen op de korte termijn, terwijl die onderdelen grote waarde kunnen hebben voor de arbeidsmarkt.” Iroko merkt dat in het hele land steeds meer sociaal ontwikkelbedrijven zich, samen met gemeenten, opnieuw beraden op hun toekomstige rol, en de werksoorten en andere infrastructuur die daarvoor nodig blijven. Kortom, denk lokaal of regionaal gezamenlijk goed na over de toekomst van het sociaal ontwikkelbedrijf. Weet welke kant je op wilt en maak weloverwogen keuzes voor de toekomst”, besluit Jaco.

Meer informatie

Meer informatie? Neem contact op met Jaco van Velden via jvvelden@iroko.nl of 06-5156 9127.